Het is Paaszaterdag; 6 uur. Bij het insectenhotel verwelkomt Greet 12 vroege vogels; 8 vrouwen (Anneke, Corinne, Hester, Ineke, Johanna, Nicolette, Paula en Rollie) en 4 mannen (Alfred, Bart, Johan en ik).
Het schemert en het vogelconcert kent zijn hoogtepunt. Er komt een brommer aangescheurd met daarop een duidelijk aangeschoten bestuurder die ons luid joelend passeert, hevig slingert en bijna met Paula en al het bos inrijdt. “Zo, dat was op het nippertje, had ik bijna de excursie gemist”, verzucht Paula.
Greet doceert ons naar het Windbos voor de grote verrassing. Bij de open plek moeten wij stil zijn. En inderdaad, trillers, rollers komen binnen op het trommelvlies. Een enkeling wordt erop gewezen dat dit geen merel of lijster is. Neen, gisteren is speciaal voor ons de nachtegaal ingevlogen. En hij is duidelijk hoorbaar op zoek naar een meissie. Rollie bezwijkt bijkans voor de lokroep en plots is daar de volgende verrassing. De nachtegaal laat zich zien en hipt, alweer speciaal voor ons, zijn testosterondansje.
Wij wandelen naar het begin van de kwelsloot, memoreren de ijsvogelstandplaats van het pre-Veldentijdperk en gaan op de kruising van sloot en gracht kijken of een van zijn nazaten zich laat zien.
Verrassing; de ijsvogel is getransformeerd in een soepeend.
Kennen jullie die film van Monty Pyton? Daar loopt de ridder voorop met twee blikjes. Nou, wij hebben Greet, zij klikt op twee kiezelstenen en dan moeten wij in galop. Hop de zwartkop op zijn hielen! “Tudeledop”.
De futen zwemmen beteuterd rond. Die vermaledijde meerkoet heeft hun nest ingepikt! De boerenzwaluw nestelt weer onder het bruggetje. Wij ontdekken dat niet iedereen meer de hoge tonen waarneemt. Want als Greet roept; ”Horen jullie dat?” dan kijken een aantal van ons elkaar schaapachtig aan met een onmiskenbare uitdrukking “ik hoor geen sodemieter”.
Op het bruggetje krijgen wij college over de verschillende duiven en mezen in de Hoekwierde; De fietspomp komt hier het eerst ten tonele. En de fitis is een oud wijf, als je dat maar weet.
Metselbijen in het insektenhotel. Even verder een geplukte duif. Greet legt uit dat niet de vos maar een sperwer of havik is wezen buurten. Dat kun je zien aan het puntje!
Vervolgens wandelen wij over het prachtige daslook paadje van het Vogelbos. Bij het volleyveld aan het begin van het Windbos zien wij de broedende tortel op 5 takjes. De groenling laat zich horen en zien en “hoor je dat klappen?”. Dat is de baltsvlucht van een houtduif.
Wij passeren de prachtige blauwe open plekken. De eerst koekoeksbloemen kleuren roze. Wij zien het nest van een kraai en horen van de spreeuw in de groene spechtkast. Langs het fietspad gaan wij naar het graspad en Ineke ontdekt hier de eerste orchideeën. Er staan er massa’s. Zeker de plek waar die flat nooit mag komen blijkt een oase van orchideeën.
Plots worden wij bestraffend door Greet aangesproken:”Die orchideen blijven staan, de gekraagde roodstaart vliegt zo weg.” Dan zie je twijfel bij Greet plots toeslaan. “Wat heb ik gezegd?” De zoveelste verrassing van vandaag. Greet heeft het fout, de roodstaart blijkt een bonte vliegenvanger. En je wilt zeker weten wat die al zo eet op een morgen in het Windbos.
Over eten gesproken, wij zien bij het bankje stoelen in een kring en even later zitten wij allen gezellig te kleppen met een kop koffie of thee in de ene hand en een overheerlijke koek in de andere hand. Wij zijn 2,5 uur verder en de tijd is gevlogen. Respect voor de verscheidenheid van de natuur in de Hoekwierde is groot. Een mooi moment voor Greet om te wijzen op de activiteiten van de vogel-en natuurwacht Zuid-Flevoland. Voor € 15,- kun je al donateur worden.
Een deel van de groep danken Greet en Hester voor deze bijzondere excursie. Een deel van de groep gaat naar het ringen van de knobbelzwaan. Dit is een afzonderlijk nieuwsfeit.
Ik heb genoten en wens jullie allen prachtige Paasdagen. Aan het weer zal het niet liggen.
Groeten,
Paul Weber
1 Pingback